Op 7 maart jl. gaf John Beer zijn jaarlijkse gastcollege aan de Rijksuniversiteit Groningen, dit keer over het onderwerp ‘derdenschade’. Het gastcollege werd georganiseerd door de Vakgroep Privaatrecht, onder begeleiding van Arvin Kolder als coördinerend docent.
Het gastcollege werd bijgewoond door circa 40 masterstudenten, die een actieve rol speelden bij het gastcollege.
Het onderwerp ‘derdenschade’ werd uitgediept, waarbij o.a. werd gesproken over kosten die door derden worden gemaakt ten behoeve van het slachtoffer, de schade van nabestaanden van het slachtoffer of de werkgever van het slachtoffer.
Ook werd gesproken over een eigen vorderingsrecht van derden op basis van het wetsvoorstel ‘affectieschade’. Affectieschade is immateriële schade (smartengeld) van derden als gevolg van verlies of ernstig letsel van een naaste. Voor vergoeding van affectieschade bestaat op dit moment nog geen wettelijke grond, een wetsvoorstel hieromtrent moet nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer.
In het verlengde hiervan werd aandacht besteed aan het onderwerp ‘shockschade’, dat in de rechtspraak (Taxibusarrest) tot ontwikkeling is gekomen. Shockschade is psychische schade als gevolg van de confrontatie met een traumatische gebeurtenis betreffende een naaste. Zo werd de vordering tot smartengeld van de vader van Marianne Vaatstra door de rechter gehonoreerd, in verband met de ernstige shock van de vader door de confrontatie met het lichaam van zijn verkrachte en vermoorde dochter.